Distortion

Distortion is een term die veel wordt gebruikt in muziekproductie. Het is een veelomvattende term die zo wel over mixtechnieken, een geluidseffect, of over signal flow kan gaan.

Maar wat is het eigenlijk? Hoe kan je het gebruiken en wanneer moet je het juist vermijden? Welke tools heb je nodig en hoe past het in je workflow?

Distortion kan veel omvatten, maar het komt altijd vanuit hetzelfde concept. Als je dat eenmaal begrijpt, weet je zelf ook hoe je het toe kan passen in je producties.

Wat is distortion?

Distortion is het vervormen van een audiosignaal. De bekendste vorm van distortion is clipping. Dat ontstaat als een signaal luider wordt dan een systeem het kan verwerken.

Het heet clipping omdat – de naam zegt het al – de toppen van de geluidsgolven die boven dat maximum komen, worden afgekapt.

 

De bekendste vorm van clipping is wanneer je microfoon-  of lijnsignaal te hard een preamp of interface in gaat, waardoor je een lelijk bijgeluid hoort. Deze vorm van distortion probeer je vaak te voorkomen, omdat de bijgeluiden niet wenselijk klinken.

Toch wordt door producers en mixing engineers vaak het smaakvollere broertje van distortion ingezet: saturation.

Laat je niet misleiden door de verschillende namen: fuzz, overdrive, saturation, het komt allemaal van dezelfde bron: het clippen van de geluidsgolf.

Wanneer is het wenselijk en wanneer niet?

Engineers hadden al snel door dat distortion ook positieve gevolgen kan hebben. Preamps en analoge outboard gear van goede kwaliteit, kon je licht laten oversturen, dit bracht een warme en prettige klank teweeg.

Deze oversturing is moeilijk om met digitale apparatuur te krijgen. Er zijn daarom vandaag de dag veel plug-ins die dit overnemen.

 

Clipping kan prettig klinken in het analoge domein. In het digitale domein moet je goed uitkijken wat je doet. Als een signaal te heet je interface in gaat, clipt je ADC (Analog-to-Digital-Converter). Dat is een vorm van distortion die niet prettig klinkt. De andere kant op ook: als je master bus boven 0dB je interface verlaat clipt je DAC (Digital-to-Analog-Converter). Dat klinkt eveneens slecht.

Binnen de moderne DAWS is het met 32 of 64 bit interne processing eigenlijk onmogelijk om te clippen. Dat wil zeggen: zodra het signaal van het digitale naar het analoge (dus naar je monitors) domein gaat, kan het signaal uiteraard wel clippen. Maar binnen in je DAW kan je het signaal oneindig veel versterken, als je maar zorgt dat het aan het einde van je chain weer onder 0 dB je DAW verlaat.

Veel plug-ins hebben vaak wel een optimaal volume waarin ze audio verwerken. (Zie ook het artikel over gain staging). Boven dat volume kunnen ze vaak ongewenste bijgeluiden vertonen.

Wat doet saturation

Saturation heeft aantal gevolgen: het voegt extra boventonen toe, waardoor de klank verandert en het compressed een signaal enigszins.

Als een signaal begint te clippen worden de toppen van de geluidsgolf er afgesneden.

Voorbeeld: als je een sine wave (een geluidsgolf zonder boventonen) steeds harder clipt, zal het uiteindelijk op een square wave gaan lijken, omdat de bovenkanten van de geluidsgolf zijn afgesneden. Hoe hoekiger een golfvorm is (denk aan sawtooth, triangle, maar ook aan complexe geluidsgolven), hoe meer boventonen een signaal heeft.

Hoe gebruik je het?

EQ vs saturation

Het belangrijkste gevolg van saturation, zijn de boventonen die ontstaan in de hoge frequenties en in de mid range. Door saturation toe te voegen aan een geluid kan je dat geluid meer presence geven in een mix. Je kan saturation dus soms ook in plaats van EQ gebruiken, omdat een signaal meer hoge frequenties heeft.

Lofi en analoge warmte

Afhankelijk van de gradatie kan saturation of distortion een signaal zo vervormen dat het doet denken aan de vervorming die optreedt bij oude geluidsapparatuur (tape, vinyl, noem maar op).

Compressie

Als de pieken van de geluidsgolven worden weggesneden kan je je voorstellen dat het dus ook gevolgen heeft voor het dynamisch bereik van die geluidsgolf.

Dit kan dus werken als een vorm van limiting. Hierbij is het punt waarop het signaal clipt, dus de threshold. Met het verschil met een limiter dat clipping een duidelijker hoorbaar effect heeft dan een limiter.

Klankkleur

Saturation heeft veel invloed op de klank van een geluidsbron. Er worden veel boventonen in de middenfrequenties toegevoegd, de hogere en lage frequenties lijken wat zachter te klinken.

Een mastering engineer kan soms zelfs gebruik maken van saturation (zei het in extreem milde vorm) om een track wat luider en warmer te maken.

Aan het werk

Wees niet bang om saturation in je tracks toe te voegen. Er is een gigantische wereld en verscheidenheid van klankkleur die je in kan zetten. Experimenteer en probeer het overal toe te voegen waar je maar verzinnen kan.