Beginnersgids voor studiomonitors

Een van de belangrijkste onderdelen van je studio setup is, na de akoestiek, een goede set monitors. Van begin tot eind ben je bezig om je productie of mix zo goed mogelijk te laten klinken. Je hebt geïnvesteerd in een fancy laptop, een dure geluidskaart, eindeloos veel plugins en een microfoon. De laatste stap in die keten, je monitors, is natuurlijk net zo belangrijk. Zonder een accurate weergave kan je eigenlijk geen betrouwbare beslissingen nemen over je mix.

Studio monitors zijn anders dan luidsprekers voor de gewone luisteraar. Die luidsprekers hebben vaak wat extra lage en hoge frequenties om alles een beetje ‘gehypet’ en groter dan levensgroot te laten kinken.

In je studio probeer je dat natuurlijk koste wat kost te voorkomen. Je wil juist dat jouw monitors een eerlijke weergave geven van wat je aan het maken bent. Eerlijk klinkt misschien minder lekker, maar door kan je wel zorgen dat jouw mix op elk medium hetzelfde gaat klinken.

Platter is beter

Het menselijk gehoor hoort frequenties tussen ongeveer 20 Hz tot 20 kHz. Naar mate je ouder wordt, wordt dit bereik steeds wat kleiner. Een goede studiomonitor heeft een frequentieweergave van 40 Hz tot 20 kHz.

Als je een grafiek zou maken van consumentenluidsprekers zou je zien dat die een boost hebben in het laag en hoog. Studiomonitors proberen te streven naar een volledige vlakke grafiek.

Bij de specificaties van studiomonitors staat vaak iets als ’40 Hz – 20 kHz +/-1 dB/2 dB’. Dit betekent dat de afwijking over de frequentieweergave kan oplopen tot 1 of 2 dB hoger of lager. Ze zijn daarom altijd wel enigszins gekleurd. Hoe duurder de monitor, hoe kleiner deze afwijking is.

Waaruit bestaat een monitor?

Een monitor bestaat uit de volgende onderdelen:

Kabinet: de ‘kast’ waarvan de monitor is gemaakt. Dit is vaak een stijf materiaal, om te voorkomen dat de monitor mee gaat trillen en zo de frequentieweergave beïnvloedt.

Tweeter: de kleinste driver die de hogere frequenties van je monitor afspeelt.

Woofer: de grotere driver die de lage frequenties van je monitor afspeelt.

Bass reflex port: sommige monitors hebben aan de achterkant een opening om de luchtdruk van lage frequenties beter te verdelen over je monitor.

Main input: dit is een XLR-input, maar is soms ook aangevuld met een TRS-input.

Overige controls: een monitor beschikt vaak over een aan/uit knop, nog een aparte EQ-sectie (om de monitor aan je ruimte aan te passen) en doorgaans ook een volumeknop.

Keuzes, keuzes, keuzes

Het zal je niet verrassen om te horen dat de prijzen van monitors nogal uiteen kunnen lopen. De duurste high-end studiomonitors kunnen tot wel €80.000 per stuk kosten. Er is dus nogal wat keuze.

Daarnaast heb je de keuze uit actieve of passieve monitors. Passieve monitors hebben een externe versterker nodig, terwijl actieve monitors over een interne versterker beschikken. Voor de thuisstudio is het vaak het handigst om een set actieve monitors te nemen. Het scheelt in de kosten, en de versterker is altijd gebouwd om goed samen te werken met de monitor.

Daarnaast heb je nog de keuze tussen nearfield, midfield en farfield monitors. Oftewel, de afstand tot aan de luisteraar waarop de monitor is gebouwd. De meeste (thuis)studio’s zullen nearfield monitors gebruiken, omdat de luisteraar vaak dichtbij zit.

Luisterpositie

Het is belangrijk om je monitors op de juiste manier te plaatsen ten opzichte van je ruimte, maar ook ten opzichte van jezelf.

Zet monitors altijd minstens een halve meter van de muur af, omdat de reflecties van de muur anders de weergave verstoren.
Plaats de monitors vervolgens zo ver uit elkaar dat je een gelijkbenige driehoek kan vormen met de twee monitors en jouw hoofd als punten van die driehoek.

Zorg dat de tweeters op gelijke hoogte zitten met jouw oren.

Tegenwoordig zie je mensen nog wel eens hun monitors plat leggen omdat het er vet uit ziet. Doe dit echter alleen bij monitors die daarvoor zijn gemaakt. Monitors die gemaakt zijn om rechtop te staan, zullen niet meer in staat zijn om waarheidsgetrouw af te spelen.

Monitorvermogen

Monitors hebben ook een uiteenlopend vermogen. Luider betekent niet altijd beter. In een kleine ruimte zul je ook geen monitor nodig hebben met een gigantisch vermogen.

Let bij aanschaf van een studiomonitor op de term Maximum SPL of Sound Pressure Level. Dit geeft een indicatie hoe luid een monitor af kan spelen voor hij gaat oversturen. Dit wordt gemeten in dB. Richt je op monitors tussen de 85 en 110 dB SPL.

Speaker sensitivity is ook belangrijk. Dit houdt in hoeveel volume je voor dat vermogen krijgt. Hoe hoger het sensitivity getal, hoe luider je monitor is. Richt je op monitors met ten minste 88 dB, maar liever boven 100 dB.

Ten slotte heb je ook nog de signal-to-noise ratio, oftewel S/N. Wederom hoe hoger hoe beter, want dat betekent dat je een luider signaal krijgt, tegenover de ruis die een monitor afgeeft.

Let bij de aanschaf van je monitors dus op de weergave, het vermogen, maar ook de grootte. Te klein zal je niet helpen, maar te groot zal bij een kleine ruimte meer kwaad dan goed doen. Toch is het belangrijk om zo hoog mogelijk in te zetten bij aanschaf van studiomonitors. Het is een aanschaf waar je flink wat jaren mee gaat doen, dus dan kan je beter een beetje vooruitkijken. Trakteer jezelf gewoon eens een keertje.